Maanzee


Je dacht in mij te kunnen zwemmen
Helderblauw water
zover het oog reikt.
Voorzichtig je tenen eerst, en dan
uitgestrekt in mij
te kunnen verdwijnen.

‘Van verre is de eerbied groter’
zegt men,
wat ik probeerde te vergeten
toen ik langzaam de knopen van mijn bloes
losmaakte,
en met iedere knoop
mijn adem verder inhield.
Onhoorbaar klein.

Maar jij leek hiervan niet op de hoogte,
zag enkel een maanlandschap
om te ontdekken
om naar te kijken
om in te blijven.
Zonder beloftes te weten:
Dit. Een eeuwigheid.

Later liet ik je zien
hoe ik vroeger leefde,
waar het was ingeslagen,
de lava omhoog was gekomen
en grote zwarte meren
zonder oevers
als stillevens waren
achtergebleven.

Ik zocht naar je ogen
om te zien
of je het missen zou:
zwemmen in dat heldere water
zover het oog reikt.

Maar jij sprong op,
danste rond
op je sokken
en zei:
‘Kijk! Op jouw wateren
kan ik lopen.’