Herberg


Mijn herberg
vond ik in het open veld.
Noem het geen overgave
want er is niets meer te geven.
Hier, waar alles zich een weg baant
door rauw en dor, onstuimig leven.

Oceaan van riet wuift,
wijst aan in welke richting
te ademen, in welk ritme
je opgaat in de tijd.

Ik strek mij uit,
zoals een aalscholver op gure zee
de warmte zoekt
met vleugels wijd.

Onzichtbaar kruis
in eeuwigheid.