Hand


we kondigen onszelf aan als moedige strijders
door de wonden van de wereld te beschrijven

bieden richting
als reisgidsen van de rechte weg
duister naar hemellicht

maar alleen een gek kijkt omhoog
als de vinger naar de hemel wijst
een opgeheven hand
voor onze ogen
om ons te schermen tegen alle lelijkheid
met onze naam erboven

maar daarmee ook voor de mens erachter
die de zaden allang in zich draagt
maar nooit geleerd heeft
zich in te bedden
in het moment

niet kent te luisteren zonder
de stilte te vullen
maar ook nog nooit
zijn verhaal heeft durven loslaten
als een gebalde vuist die langzaam
openbloeit
omdat iemand verder keek
naar wat hij bij zich droeg

de wereld vraagt niet om
heling of bescherming
de wereld vraagt niet om antwoorden
maar vragen