mijn woorden doen niet veel, misschien wel niets,
een waarheid waar ik nog niet klaar voor ben
wat scheelt een ziel meer of minder met 7,5 miljard?
buurmeisjes fietsen nog steeds manmoedig door de regen, ik pulk alweer
mijn huid tot puistjes, geen moment klaagt een politicus niet over geschonden vertrouwen, kruipt de zee niet moe bij een geduldig strand op schoot
het is een dag om de was de was te laten, mijn vuile onderbroek
omgekeerd opnieuw te dragen, te wachten tot iemand thuiskomt
met perenframbozenvla en raadsels
hoe kun je een aardbei sneller laten rijpen?
door erin te prikken
en een mens?
ik hou mijn ogen dicht tot iemand zegt, kom, spring het zebrapad over als een wild jungledier, raap schitteringen van de straat, pluk rabarberbladeren zo licht als rijstpapier, dan gaan we diepzeeduiken want vandaag is de lucht als water
kom, bundel letters bij elkaar tot een boeket, wankelmoedig maar monter
zet ze in de blauwstenen vaas naast je bed voor wanneer je ziek bent
en haast doorzichtig
ik pak de vaas, staar naar dat fragiele lijf
en strijk het opgebolde dekbed plat