Gepubliceerd in "Buiten Onze Gedachten is Geen Tijd" van Uitgeverij Gopher (2021)

 

DOORGAAN

 

Ze praten al over loslaten

en doorgaan, werpen goedbedoelde

adviezen over mij uit alsof die mij

schoon zouden wassen van wie ik

nu geworden ben.

 

Tonen mij foto’s: wat was, wat is

en wat nog komen gaat.

Ik knik begrijpend, dat is: mijn

hoofd deint mee op golven

onvolkomenheid, terwijl: zwijgend

verstaan wij elkaar zoveel beter.

 

Ze zien niet hoe ik jouw koud

geworden lijf koester, hoe het mij

warm houdt, helpt dieper te graven

als hoopje mens rechtop leert staan.

 

Na enkele dagen kleurden je lippen

paars en vielen er deukjes in je ogen.

Je had het moeten zien,

dacht ik, terwijl ik je

vanbinnen voelde groeien je

je openbaarde als het meest

intieme deel van mij.

 

De stilte scheurt mij in tweeën maar

aan het eind sterft enkel de afstand.